Chloor is diatomisch omdat de twee chlooratomen elektronen delen om een stabiele covalente binding te vormen. Deze opstelling zorgt ervoor dat het chloormolecuul een buitenste schil vol elektronen heeft, waardoor het stabieler en minder reactief is dan individuele chlooratomen.
Nou, dat was maar een simpel antwoord. Maar er zijn nog een paar dingen die u over dit onderwerp moet weten, waardoor uw concept heel duidelijk wordt.
Dus laten we er meteen mee aan de slag gaan.
Belangrijkste punten: Waarom is chloor diatomisch?
- Chloor is diatomisch omdat twee chlooratomen elektronen delen om een stabiele covalente binding te vormen.
- Chlooratomen binden zich via een covalente binding door een paar valentie-elektronen te delen om een stabiele configuratie te bereiken.
- Monoatomair chloor kan onder bepaalde omstandigheden bestaan, maar is zeer reactief en onstabiel.
Uitleg: Waarom is chloor een diatomisch molecuul?
Chloor is een diatomisch molecuul omdat het in de natuur voorkomt als een paar atomen die via een covalente binding samenkomen om een stabiel molecuul te vormen.
Chlooratomen hebben zeven elektronen in hun buitenste energieniveau en om stabiel te worden hebben ze een extra elektron nodig. Wanneer twee chlooratomen samenkomen, delen ze hun buitenste elektronen en vullen ze hun buitenste energieniveau aan, wat resulteert in de vorming van een covalente binding.
De covalente binding tussen de twee chlooratomen is een niet-polaire covalente binding omdat de atomen elektronen gelijkelijk delen. Dit gedeelde elektronenpaar creëert een stabiel molecuul met een symmetrische opstelling van de twee atomen, waardoor het een karakteristieke tweeatomige structuur krijgt.
Opgemerkt moet worden dat niet alle elementen in de natuur bestaan als diatomische moleculen. Edelgassen zoals helium, neon en argon bestaan bijvoorbeeld als mono-atomaire gassen, wat betekent dat ze bestaan als individuele atomen, niet als paren.
Bestaat mono-atomair chloor?
Ja, mono-atomair chloor kan bestaan, maar alleen onder bepaalde omstandigheden. Normaal gesproken bestaat chloor als een diatomisch molecuul (Cl2) omdat de twee chlooratomen een stabiele covalente binding vormen. Bij hoge temperaturen en lage drukken kunnen chloormoleculen echter dissociëren in individuele chlooratomen, wat leidt tot de vorming van mono-atomair chloor (Cl).
In een vlam met hoge temperatuur, zoals die van een gasbrander of steekvlam, kunnen chloormoleculen bijvoorbeeld dissociëren in chlooratomen als gevolg van de hoge temperaturen.
Op dezelfde manier kan zonnestraling in de hogere atmosfeer ervoor zorgen dat chloormoleculen dissociëren, wat leidt tot de vorming van mono-atomair chloor.
Monatomisch chloor is echter zeer reactief en onstabiel. Het kan snel reageren met andere moleculen om nieuwe verbindingen te vormen, waardoor het moeilijk te isoleren en te bestuderen is.
Bovendien is onder normale atmosferische omstandigheden de concentratie van mono-atomair chloor zeer laag vergeleken met die van diatomisch chloor.
Hoe binden chlooratomen zich om een diatomisch molecuul te vormen?
Chlooratomen binden zich om een diatomisch molecuul te vormen via een covalente binding, waarbij een paar valentie-elektronen tussen de twee atomen worden gedeeld.
Concreet heeft elk chlooratoom zeven valentie-elektronen, de buitenste elektronen in zijn elektronenschil. Om een stabiele configuratie te bereiken heeft elk chlooratoom een extra elektron nodig, zodat de atomen een elektronenpaar kunnen delen, waarbij elk atoom een elektron aan het paar bijdraagt.
Dit resulteert in de vorming van een enkele covalente binding tussen de twee atomen, waardoor een stabiel diatomisch chloormolecuul (Cl2) ontstaat.
Dit paar gedeelde elektronen houdt de twee atomen bij elkaar, waarbij elk atoom wordt aangetrokken door de gedeelde elektronen en op zijn plaats wordt gehouden door elektrostatische krachten.
Verder lezen
Is stikstof een verbinding?
Is zuurstof een verbinding?
Is zuurstof een mengsel?
Is water een mengsel?
Waarom is zuurstof een zuivere stof?